In de volgende pagina's worden volgende onderwerpen behandeld :
Wat is EPB?
EPB staat voor EnergiePrestatie en Binnenklimaat.
Het doel van deze regelgeving is om energiezuinige en comfortabele gebouwen te realiseren met een aangenaam en gezond binnenklimaat in Vlaanderen. Hiermee kan een aanzienlijke energiebesparing worden gehaald, wat gunstig is voor het leefmilieu (door een vermindering van de CO2 uitstoot, wat de opwarming van de aarde veroorzaakt) en ook de portemonnee van de Vlamingen.
Dit wordt bekomen door een aantal minimum eisen op te leggen aan de thermische isolatie, de energieprestatie (isolatie, verwarmingsinstallatie, ventilatie), enz. van de nieuw te bouwen constructie.
Praktisch wordt dit gedaan door een energiepeil of E-peil toe te kennen aan elke constructie, die aan bepaalde eisen moet voldoen. Dit E-peil wordt berekend door rekening te houden met alle eigenschappen van het gebouw : gebruikte materialen, oriëntatie, geometrie (compactheid), verwarmingsinstallatie, ...
Hoe kleiner dit cijfer, hoe energievriendelijker de woning is. Voor woningen vanaf januari 2010 moet het E-peil onder 80 liggen. Daarvoor lag de grens op 100.
Er wordt ook een energieprestatiecertificaat bouw afgeleverd. Dit geeft het theoretisch energieverbruik van de woningen weer. Het is tevens vereist bij de verkoop en verhuur van woningen.
Voor het opvolgen van de EPB-regelgeving moet de bouwheer een EPB-verslaggever aanstellen. Deze zal het E-peil berekenen, en opvolgen dat de voorziene maatregelen en materialen ook op de juiste manier worden aangewend tijdens de bouwfase.
De EPB-aangifte is een conformiteitdossier waarin de verslaggever alle maatregelen beschrijft die genomen zijn om de EPB-eisen na te leven, en waarin hij beschrijft of de resultaten al dan niet conform de eisen zijn.
EPB: voor wie?
Het EPB is verplicht voor alle nieuwbouwwoningen en verbouwingen waarvan de bouwaanvraag werd ingediend na 1 januari 2006.
Belangrijk hierin is dat voor de werken een bouwvergunning vereist is. Werkzaamheden waarvoor geen bouwvergunning vereist is, hebben ook geen EPB nodig.
De bouwaanvraag moet ook betrekking hebben op werkzaamheden aan gebouwen die verwarmd of gekoeldworden voor mensen die in het gebouw verblijven. Het geldt dus niet alleen voor woongebouwen, maar ook voor kantoren, sportruimtes, ...
De energieprestatieregelgeving is niet van toepassing op bestaande gebouwen. In geval van verbouwing is ze enkel van toepassing indien voor de verbouwing de tussenkomst van een architect en een stedenbouwkundige vergunning vereist zijn, of indien het te verbouwen volume groter is dan 3.000 m2. Bij verbouwing is de regelgeving enkel van toepassing op de nieuwe delen van het gebouw.
Voor volgende voorbeelden is de EPB-regelgeving dus niet van kracht :
Aan de hand van een stappenplan van het VEA (Vlaams Energie Agentschap) kan U nagaan of er een EPB vereist is.
Meer uitgewerkte voorbeelden vindt U hier terug.
Belangrijk bij het aanstellen van een EPB-verslaggever is ook dat deze moet aangesteld worden door de houder van de stedenbouwkundige vergunning. Heeft U als bouwheer zelf de vergunning op Uw naam aangevraagd, dient U ook de EPB-verslaggever aan te duiden. Koopt U een kant en klare woning die door een makelaar of bouwfirma is gebouwd, en die ook zelf de bouwvergunning heeft aangevraagd, moet hij ook de verslaggever aanstellen.
Voordelen?
Een woning die voldoet aan de EPB-regelgeving heeft een aantal voordelen :
De ontwerpfase
Energiezuinig bouwen en verbouwen start reeds bij het ontwerp, bij de architect dus. Het is belangrijk om tijdens deze fase al rekening te houden met de opgelegde eisen inzake isolatie, energieprestatie en ventilatie. De architect kan reeds (aan de hand van een software-pakket dat door de overheid ter beschikking wordt gesteld) berekenen of het ontwerp zal voldoen aan de energieprestatieregelgeving. Hij integreert ook de gekozen maatregelen en materialen in de plannen en lastenboeken voor de bouwaanvraag.
Op www.energiebewustarchitect.be kunt u als bouwheer op zoek gaan naar een 'energiebewuste architect' in uw gemeente. Deze architecten volgden een bijscholing om lage-energiewoningen te ontwerpen en ondertekenden een engagementsverklaring.
De startfase
Voor de start van de werkzaamheden moet u een verslaggever aanstellen. Door middel van een elektronische startverklaring, deelt de verslaggever de startdatum van de werkzaamheden, gegevens over het bouwproject, de aangifteplechtige, de architect en zichzelf, mee aan het Vlaams Energieagentschap (VEA). Deze startverklaring moet acht dagen voor de start van de werkzaamheden doorgestuurd zijn.
Vervolgens ontvangt de verslaggever een afdruk van de startverklaring. Dat document wordt ondertekend door de aangifteplechtige, de architect en de verslaggever. De verslaggever houdt het ondertekend document bij.
De uitvoeringsfase
Tijdens het uitvoeren van de werken houdt de verslaggever nauwkeurig alle zaken bij die de thermische isolatie, de energieprestatie en het binnenklimaat van de woning beïnvloeden. In deze fase behoudt u de vrijheid om bepaalde materiaal- of installatiekeuzes te veranderen.
Als de architect merkt dat er een risico ontstaat (door een slechte keuze van materiaal of installatie) voor het voldoen van de woning aan de EPB-eisen, moet hij dit melden aan u en de verslaggever. Tijdens de bouwfase zal er ook één of meerdere werfbezoeken worden afgelegd (afhankelijk van de grootte) door de verslaggever. De bedoeling hiervan is om te controleren of de voorgestelde materialen ook effectief in de werkelijkheid worden gebruikt, en of ze op de juiste manier worden geplaatst.
De ingebruikname van de woning
Na de uitvoering van de werken, en uiterlijk zes maanden na de ingebruikname van de woning, moet u als aangifteplechtige aantonen dat de woning voldoet aan de energieprestatieregelgeving. De verslaggever maakt hiervoor een berekening (de EPB-aangifte) op basis van de gedane vaststellingen, de lastenboeken, de facturen ... Voor deze berekening gebruikt hij het softwarepakket van de overheid.
Samen met de EPB-aangifte levert de verslaggever u ook het verplichte energieprestatiecertificaat af. In samenspraak met u dient de verslaggever de EPB-aangifte elektronisch in, bij het Vlaams Energieagentschap (VEA), als bewijs dat de woning voldoet aan de energieprestatieregelgeving. Het is de taak van de verslaggever om correct te rapporteren over de uitgevoerde maatregelen en materialen.
Startverklaring
De startverklaring is een schriftelijke verklaring van de aangifteplichtige (AGP), ingediend door de verslaggever. De aangifteplichtige verklaart dat de werken starten op de vermelde datum, dat er een verslaggever is aangesteld en dat hij kennis heeft genomen van de energieprestatiemaatregelen die de architect voorstelt. De architect verklaart dat het bouwproject volledig doorgerekend werd om de naleving van de EPB-eisen na te gaan en dat deze doorrekening beschikbaar is. De verslaggever verklaart aangesteld te zijn als verslaggever voor de genoemde werkzaamheden.
De startverklaring bevat volgende gegevens:
EPB-aangifte
De EPB-aangifte is de omschrijving van de maatregelen die de energieprestatie en het binnenklimaat van het gebouw bepalen. Het bevat ook een berekening en een evaluatie van de EPB-eisen as-build. De aangifte bestaat uit het EPB-aangifteformulier (dat elektronisch wordt ingediend), de plannen en de bijkomende stavingsstukken. Deze twee laatste worden niet ingediend, maar kunnen wel worden opgevraagd en moeten dus worden bijgehouden.
De EPB-aangifte bevat volgende gegevens:
Architect
Verantwoordelijkheden :
Taken tijdens ontwerpfase :
Taken tijdens aanbesteding :
Taken tijdens uitvoering :
Verslaggever
Verantwoordelijkheden :
Taken :
Aannemer
Verantwoordelijkheden :
Taken :
Aangifteplichtige (AGP)
Verantwoordelijkheden :
Eisen?
Er worden meerdere eisen gesteld aan de woning. Hierbij een overzicht van alle eisen.
In de volgende applicatie van het VEA kan u ook bepalen welke eisen voor uw project van kracht zijn : EPB-wegwijzer.
E-peil
Er geldt een maximaal E-peil. Het E-peil is een maat voor de energieprestatie van een woning en de vaste installaties ervan in standaardomstandigheden. Hoe lager het E-peil, hoe energiezuiniger de woning is.
Het E-peil wordt berekend voor elk deel van een gebouw dat afzonderlijk gebruikt wordt en voor elk deel dat een verschillende bestemming heeft.
Hierbij een overzicht van de eisen betreffende het E-peil.
K-peil
Er geldt een maximaal K-peil. (zie eisen bij het overzicht van de eisen)Het K-peil geeft het maximaal peil van de globale warmte-isolatie van het gebouw weer. Dit komt er op neer dat er een gemiddeld isolatieniveau berekend wordt voor het gehele gebouw.De K-peileis geldt, in tegenstelling tot de E-peilleis, voor het gebouw als geheel.Het K-peil houdt rekening met het warmteverlies door de buitenmuren, de daken, de vloeren, de vensters ... en met de compactheid van het gebouw.
U- en R-waarden
Er gelden maximale U- en minimale R-waarden. Dat zijn eisen op vlak van thermische isolatie.De U-waarden is de maximale warmtedoorgangscoöfficiënt van de scheidingsconstructies (muur, vloer, dak, raam, deur, ...). Een U-waarde wordt uitgedrukt in W/m2K. De U-waarde van een constructiedeel geeft aan hoeveel warmte er per seconde en per vierkante meter verloren gaat als het temperatuurverschil tussen binnen en buiten 1°C is. De U-waarde wordt bepaald door de verschillende materiaallagen waaruit het constructiedeel bestaat: dikte en lambda-waarde van elk materiaal.
De lambda-waarde geeft de warmtegeleidbaarheid van een materiaal aan. Ze wordt uitgedrukt in W/mK. Hoe hoger de waarde is, hoe beter de warmte geleid wordt en dus hoe minder goed het materiaal isoleert.
Voor bepaalde scheidingsconstructies gelden minimale warmteweerstanden (R-waarden), in plaats van maximale U-waarden. De R-waarde geeft het warmte-isolerend vermogen van een materiaallaag aan, vaak gebruikt als isolerende waarde van dubbelglas, muren, vloeren, daken. De R-waarde is de warmteweerstand van een materiaallaag en wordt uitgedrukt in m2K/W. Hoe groter R, hoe groter de weerstand die de warmtedoorgang ondervindt en hoe beter het materiaal isoleert.
De berekening van de R-waarde is afhankelijk van de materialen waaruit de te onderzoeken constructie bestaat. De materiaaldikte, in meter, wordt gedeeld door de λ-waarde (de warmtegeleidingscoöfficiënt).
Hierbij een overzicht van de eisen betreffende U- en R-waarden.aanvraag tot stedebouwkundige vergunning ingediend tussen 1/01/2006 en 31/12/2006aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend na 01/01/2010
Ventilatie
Er gelden minimumeisen voor ventilatievoorzieningen.Oververhitting
Het beperken van het risico op oververhitting is samen met de eis voor minimale ventilatievoorzieningen een eis op het vlak van binnenklimaat. Enkel bij woongebouwen wordt deze beperking specifiek geëist (dus niet voor bv. kantoren). In gebouwen waar relatief veel beglazing is toegepast in verhouding tot het beschermde volume kan het moeilijk zijn om het oververhittingrisico te beperken als er weinig of geen aandacht besteed wordt aan oriëntatie van de vensters, zonwering, beschaduwing van de vensters,...
Bouwknopen (koudebruggen)
Op plaatsen waar de thermische isolatie niet doorloopt of niet aansluit, gaat veel warmte verloren en dringt koude naar binnen. Dat noemt men een bouwknoop (nieuwe benaming voor een koudebrug). Als warme lucht afkoelt, bijvoorbeeld in contact met een koud oppervlak waar isolatie ontbreekt, kan condensatie ontstaan. Condensatie betekent vocht op het oppervlak en kan aanleiding geven tot geurhinder, schimmelvorming... Ook met koudebruggen zal men in de toekomst moeten rekening houden bij de EPB-berekening. Vanaf wanneer dit wordt ingerekend is echter nog niet bekend.
Er zijn drie manieren om dit in te rekenen :
1. De bouwknopen worden stuk per stuk berekend met een computermodel en de waarde wordt dan opgenomen in de software door extra k-punten toe te kennen. Dit is echter zeer tijdrovend en duur.
2. Er wordt gekeken voor elke bouwknoop of hij EPB-aanvaard is of niet aanvaard. Voor elke bouwknoop die niet EPB-aanvaard is worden dan extra k-punten toegekend. Omdat deze methode minder nauwkeurig is worden er forfaitair 3 k-punten bij geteld. Voor deze methode is het zeer belangrijk dat alle details van de bouwknopen door de architect worden uitgetekend. Anders kunnen ze niet worden beoordeeld.
3. De bouwknopen worden niet in detail uitgerekend, maar er worden forfaitair 10 k-punten toegekend.
Omdat methode 1 en 2 zeer tijdrovend en kostelijk zijn, en omdat zelden alle bouwdetails voorhanden zijn, wordt er standaard met de derde methode gerekend. Indien expliciet gevraagd door de bouwheer, kan ook methode 2 worden gevolgd (indien alle bouwdetails aanwezig zijn), maar dit heeft ook zijn gevolgen voor de prijs van de EPB-verslaggeving. Dit omdat het meer tijd vraagt.
Prijs epB?
Hieronder vindt u alvast mijn richtprijzen voor de EPB-aangifte. Voor een juiste offerte gelieve ons een prijsaanvraag te sturen met de nodige documenten (plannen, lastenboek, ... (excl. btw):
Sancties?
Door het VEA worden controles uitgevoerd op de ingediende EPB-aangiftes. Hiervoor kunnen ook controles op de bouwplaats worden uitgevoerd om te controleren of de gebruikte materialen effectief overeenkomen met de opgegeven materialen en technische installaties in de aangifte.
Wordt er vastgesteld dat de juiste procedure niet is opgevolgd of dat het gebouw niet voldoet aan de EPB-eisen kunnen er boetes worden opgelegd.
De boete is afhankelijk van de overtreding: hoe groter de overtreding, hoe groter de boete: